Rondtrekken in IJsland

13,14,15 Augustus

Dinsdag 13 augustus

We staan op camping Skaftafell, net onder een gletsjertong. Overal waar je kijkt zie je bergen en gletsjers. De camping is groot en druk bezocht. Veel te druk voor de voorzieningen op de camping. Er zijn slechts enkele douches en gisterenavond moesten we in de rij staan voor we ons konden wassen. We besloten samen onder de douche te kruipen. Heel gezellig, ware het niet dat blijkbaar net het warme water op was. Het was onmogelijk om onder de ijskoude waterstraal te staan en we spetterden ons daarom maar wat nat en wasten ons met de Franse slag (wat dat dan ook moge zijn zo'n Franse slag).

We hoorden gisteren nog van een man, dat er toeristen door een helikopter gered moesten worden nadat ze vast kwamen te zitten met hun auto in een rivier! Ze zaten op hun autodak te wachten op hulp. Later bleek dat de toeristen met begeleiding van een gids, de rivier over wilden steken. Het is dus toch echt niet ongevaarlijk zo'n rivier oversteek.

Vanmorgen zijn we op tijd opgestaan. We willen een wandeling maken naar de gletsjertong Skaftafellsjökull. Deze behoort tot de grootste gletsjer van IJsland, de Vatnajökull.

Deze gletsjer heeft een oppervlakte van 8100 km2 met een ijskap die tot 1000 meter dik is. Onder de gletsjer bevinden zich enkele van de meest actieve vulkanen van IJsland. Er worden in IJsland dagelijks aardbevingen geregistreerd. We hebben ze gelukkig nog niet gevoeld. In 1996 is er onder de gletsjer een korte maar hevige uitbarsting geweest die een wolk van 3 km hoog veroorzaakte en een oplifting van de ijsplaat met 60 meter tot gevolg had! Er ontstond een modderlawine tot 4 meter hoog, met een totale omvang van 45.000 m3 die veel schade veroorzaakte. Hierdoor zijn grote spoelvlaktes (uitgestrekte puinzandvlaktes) ontstaan tussen de gletsjer en de kust. De meest gevaarlijke vulkaan van dit moment is echter de Katla, die onder de gletsjer Myrdalsjökull ligt. Gemiddeld barst hij elke 40-80 jaar een keer uit. De laatste keer was in 1918 en de vulkaan wordt nauwlettend in het oog gehouden. De Katla vertoont al geruime tijd tekenen van verhoogde activiteit! Het gaat een keer gebeuren, maar ik hoop toch dat het nog even op zich laat wachten en wij hiervan geen getuigen hoeven te zijn!

Het is prachtig om de grote gletsjer van dichtbij te zien. De wandeling is gemakkelijk en duurt niet lang.



We rijden door naar de volgende gletsjertong, de Svinafellsjökull. Deze is minder bekend. Het pad is hobbelig en zit vol kuilen, maar goed te doen als we langzaam rijden. Wat we aantreffen is adembenemend! Grote ijsschotsen die afgebroken zijn, liggen in het gletsjermeer en op het zwarte lavazand. De schotsen zijn het zand opgestuwd door de vloedgolf die ontstaat als een ijsschots afbreekt en in het meer plonst. Op de achtergrond zien we de indrukwekkende gletsjer glinsteren in de zon. We kunnen niet stoppen met het maken van foto's. Overal staan waarschuwingsborden over vloedgolven die kunnen ontstaan als het ijs afbreekt. Toch lopen de mensen gewoon rond het meer en tussen de ijsschotsen. Wij dus ook. Al voel ik me niet helemaal op mijn gemak. Ik probeer dan ook aan de buitenkant te blijven lopen en loop niet langs een ijsschots die schuin op de bergkant hangt. Hij moest maar eens door het smelten gaan glijden en mij meenemen!




We rijden uiteindelijk verder ten zuiden van de enorme gletsjer en stoppen onderweg regelmatig voor het uitzicht. Bij het bekende gletsjermeer Jökulsárlon is het enorm druk. Hier liggen de ijsschotsen bij eb op het strand en er kan een boottocht geboekt worden op het meer tussen de enorme ijsschotsen. We kijken er maar even rond, want we zijn hier in het begin van onze vakantie al geweest en hebben inmiddels mooiere en minder druk bezochte gletsjermeren gezien.



Na boodschappen gedaan te hebben, staan we nu op een camping in het dorpje Höfn. Morgen de laatste paar honderd km naar Seydisfjordur en dan donderdag de boot op naar Denemarken!

Mijn pilletjes tegen zeeziekte liggen al klaar!



Woensdag 14 Augustus

Vandaag op ons gemak van Hofn naar Seydisfjordur gereden. Onderweg in Egilsstadir boodschappen gedaan, getankt en iets verderop bij een riviertje onze lunch opgegeten. De auto ziet er niet uit en aangezien we bij een rivier staan hebben we hem maar meteen gepoetst.

Als we aankomen op de camping in Seydidfjordur staan er al veel campers en busjes die de boot op moeten. We zien verschillende auto's zonder nummerplaat vooraan. Dit is het resultaat van een diepe rivier oversteken, terwijl je de nummerplaat niet goed vast hebt gemaakt. Bart had dit nog onthouden van een 4x4 treffen. Daar werd al gezegd dat we de nummerplaat heel goed moeten vastmaken voordat je een rivier oversteekt. De sterke stroming neemt het ding gewoon mee.

We staan hutje mutje naast elkaar op de camping. Er gaan veel toeristen weer terug naar huis. Als ik de boot op loop en Bart de auto het schip op moet rijden, ga ik direct naar onze hut. Bart hoeft me niet te zoeken deze keer



Donderdag 15 august

Meer dan 48 uur op de boot. Wat doe je dan de hele tijd? Rondlopen, zitten, eten, foto's uitzoeken en op bed liggen. Gekke filmpjes maken, slappe lach krijgen. We filmen elkaar op het buitendek, waar we naar achteren hangen tegen de wind. In de lange gangen waar de hutten zijn, film ik Bart, terwijl hij de gang op een maffe manier over steekt. We krijgen de slappe lach en kunnen niet stoppen met giebelen. Een vrouw betrapt ons op het maken van die idiote filmpjes, maar blijft onverstoorbaar. Zonder te groeten loopt ze wankelend langs ons heen. Hopelijk tast zeeziekte niet de lachspieren aan!




We hebben ons avondeten een upgrade gegeven. Het eten wat we oorspronkelijk geboekt hebben, is niet vers en het is vaak hetzelfde. Er hangt ook een vreemde geur in dat restaurant. We kiezen er dus voor om iets bij te betalen en de eerste avond genieten we dan ook van een uitgebreid warm en koud buffet.

We dachten twee dagen te kunnen ontspannen, maar een storm gooit roet in het eten. De boot gaat flink op en neer op de hoge golven. Het schip dreunt als de hoge golven tegen het schip beuken. Niemand kan meer goed recht lopen of blijven staan. Hei lijkt alsof we op een boot zitten met allemaal zatlappen. Een koffie drinken uit een kopje wordt ineens een hele opgave zonder te morsen. Laat staan het kopje koffie veilig naar je ontbijttafel loodsen zonder het over de andere gasten te gieten.

Ik heb in ijsland nog snel een sticker gekocht tegen zeeziekte. Deze moet ik achter mijn oor plakken en werkt wonderwel. Ik voel me nog wel duizelig in mijn hoofd, maar niet meer zo heel misselijk als op de heenweg. Bart heeft het nu heviger te pakken. Deze storm zorgt ervoor dat zowat het halve schip kostend op bed ligt. Het lukt Bart niet om het avondeten naar binnen te krijgen. Hij moet dan ook aan de pil tegen zeeziekte. Een medewerkster adviseert Bart niet te drinken, maar wel een witte boterham en wat zout te eten. Als je drinkt, klotst het water in je maag op en neer en zou je nog misselijker worden. De upgrade gaat deze keer aan Bart voorbij.Terwijl ik een klein bordje eten en een lekker toetje naar binnen werk, gaat Bart terug naar onze hut om te gaan liggen.

We liggen regelmatig op bed terwijl onze kamer kraakt en kreunt onder het geweld van de zee. We rollen nog net niet uit bed. Het is alsof we de hele dag in een wasmachine zitten zegt Bart. De geuren van eten op het schip doen ons ook geen goed. We moeten soms echt even naar buiten om een frisse neus te halen. We worden hier bijna van onze sokken geblazen. Zo hard waait het!



Mochten we nog ooit naar IJsland gaan, dan gaan we niet meer met de boot! Het schijnt dat je de auto in Rotterdam kunt laten verschepen naar IJsland. Zelf kunnen we dan de vlieger op. (Belgisch voor vliegtuig )

Als we eindelijk aankomen in Denemarken, moeten we nog een hele tijd wachten voor we de boot af mogen. We voelen ons, samen met een heleboel andere passagiers, flink beroerd. Het is bijna lachwekkend om te zien hoe mottig en vermoeid de passagiers eruitzien.


Als we van de boot mogen rijden, zuchten we van opluchting. We doen wat boodschappen en Bart stelt voor een camping te zoeken. Hij ziet het nu niet zitten om ver te rijden. We staan nu op camping Løkken direct aan zee. Achteraf gezien niet zo'n goede zet, want het geluid van de rollende golven, maakt ons weer misselijk. Hopelijk is dit niet zo'n Pavlov-reactie, want dan kunnen we nóóit meer naar de zee! Mijn neef Jon reageert via de app dat we nu in ieder geval niet meer uit bed kunnen rollen. Vervolgens geeft mijn broer Michel aan dat een waterbed dus ook geen optie meer is! Onze familie leeft erg met ons mee






Groeten uit Denemarken!


Voor meer foto's, zie de foto pagina






8 tm 12 Augustus

Donderdag 8 augustus

Vanmorgen om 06.50 uur opgestaan om op tijd te komen voor onze afspraak in de garage. Het is weer bitterkoud en het regent. Er is op deze camping geen overdekte mogelijkheid om af te wassen. Bart offert zich op (de lieverd) en doet de afwas in de regen. Het helpt dat er wel warm water voorhanden is. Dat is ook niet altijd het geval. Vreemd eigenlijk dat ze niet zorgen voor een overdekte afwasplek. Het regent gemiddeld twee van de drie dagen in IJsland. Niet echt een leuk klusje om je vuile vaat in de stromende regen af te moeten wassen. De campings zijn niet te vergelijken met die van bij ons. Vaak is er maar 1 douche voor alle camping gasten en 1 of 2 toiletten. We stinken inmiddels naar de rotte eieren, omdat het warme water meestal rechtstreeks uit de grond komt en naar zwavel ruikt. Het koude water heeft gelukkig geen geurtje en smaakt heerlijk! Als jullie dus straks een vreemd geurtje ruiken als we weer terug zijn van ons verlof, dan weet je waardoor dat komt. De patiënten van Bart raad ik aan een wasknijper mee te nemen voor op de neus.


IJsland is het land van duizenden watervallen. De smeltende sneeuw op de bergen en de smeltende gletsjers, stromen in vele lange hoge watervallen naar beneden het dal in, waar dus ook vele rivieren kronkelend hun weg zoeken en de meertjes vol lopen. Er is bijna overal grasland te zien, de berghellingen zijn vaak bedekt met grassen en lage struiken. Er zijn geen tot nauwelijks bomen in IJsland. Hout wordt meestal ingevoerd. De landschappen wisselen elkaar af, net als het weer dat doet. Vier seizoenen op één dag is geen uitzondering.

Maar goed, ik had het over de afspraak in de garage. De automonteur schudt zijn hoofd als hij ziet dat de standverwarming aangesloten is op het centrale systeem. Dat komt in IJsland niet door de keuring. Ook is de pijp van de lucht aanvoer en lucht uitlaat op de verkeerde plaats gemonteerd. Deze zit midden onder de auto, terwijl dit ergens achteraan zou moeten zitten. Als hij de beschermplaat onder onze bus ziet, vraagt hij waarom deze er zit. Bart legt uit dat dit tegen de opspattende keien is en bescherming voor de onderkant als we op ruiger terrein rijden. Verbaasd kijkt de monteur ons aan. Ruiger terrein? Dit is toch geen echte 4x4? Bart probeert de inmiddels lacherige monteur uit te leggen dat onze bus is aangepast, maar de man neemt ons mee naar buiten en laat ons een stoere rode terreinwagen zien. Dát is een 4x4 voor ruig terrein zegt hij nadrukkelijk, jullie wagen is daar niet geschikt voor. We begrijpen echt het verschil wel hoor, proberen we nog en een beetje beschaamd lopen we terug naar onze bus. Achteraf hadden we hem de filmpjes moeten laten zien waar onze bus door- en overheen gebaggerd is, dan had hij wellicht zijn woorden iets verzacht. Uiteindelijk legt de monteur uit dat we de verwarming beter thuis kunnen laten maken. In IJsland kost dit inclusief vervanging van een of andere transistor €800,-- terwijl dit grapje ons thuis slechts €70,- zal kosten. We hebben dus nu geen ventilator meer om ons en de voorruit warm te blazen. We besluiten daarom naar het zuiden te rijden. Daar is de weersverwachting de komende dagen iets beter. Als we de regen achter ons laten, de lucht wat blauw vertoont en we een prachtige weg door een vallei rijden, klinkt het nummer My Sacrifice van Creed op de radio.


When you are with me, I'm free,

I'm careless, I believe

Above all the others we'll fly

This brings tears to my eyes

My sacrifice


Het blijft bijzonder om samen met Bart te reizen en te ontdekken. Ik ben er even stil van.


We rijden vandaag uiteindelijk 450 km en hebben zojuist ons soepje in een waterig zonnetje opgegeten. Er waait nog een straffe wind, maar het is toch 13 graden in plaats van 5 graden en de regen in het noorden! Er is zelfs sneeuw voorspeld op de vulkaan Askja die we graag nog hadden bezocht. Dat gaat er nu dus helaas niet van komen.


Morgen rijden we richting Porsmork. Dit hebben we in het begin van onze vakantie niet kunnen doen, vanwege de kapotte schokdempers. We baalden daar toen van omdat het een mooi gebied schijnt te zijn, maar we kunnen dit nu dus alsnog doen!



Vrijdag 9 Augustus

We hebben vandaag zo'n 200 km gereden naar Porsmork, camping Basar. Het was nog even de vraag of we er zouden geraken, vanwege de verschillende river-crossings, waarvan enkele groter en dieper. Een waarschuwingsbord geeft aan dat dit traject enkel geschikt is voor large XL 4x4 voertuigen. Large zijn we wel met ons busje en het is ook een 4x4, alhoewel onze bus waarschijnlijk niet behoort tot de voertuigen die ze bedoelen. We wagen het er toch op. Terugkeren kan altijd ( behalve als we vast rijden natuurlijk). Als we voor een grote rivier oversteek stil staan, steekt een Defender vanaf de overkant de rivier over. Het blijkt een Belg te zijn! Hij waarschuwt ons voor de laatste oversteek. Deze is nog dieper dan die waar we nu voor staan. Door het warme weer van de afgelopen weken smelten de gletsjers meer en zijn de rivieren gevaarlijker om over te steken. We kijken goed hoe andere wagens de rivier oversteken. Tot groot vermaak van iedereen rijdt er ook een kleine groene lada ( Wel 4x4) heel easy door het water.



Als wij aan de beurt zijn, voel ik bij Bart de spanning. Als we de overkant halen krijgen we applaus. Een vrouw in een enorm hoge 4x4 bus geeft ons de tip om iets langzamer door het water te rijden. We weten dat dit beter is, maar Bart is bang dat de auto stil valt en we dan vast komen te zitten. Als we uiteindelijk bij de camping aankomen, zuchten we opgelucht. Camping Basar is prachtig gelegen tussen de bergen aan de Krossa rivier. De Krossa is een gevaarlijke rivier om over te steken. Toch wordt het gedaan om bij de volcano hutten te komen die we aan de overkant zien liggen. Op YouTube staan filmpjes van auto's en bussen die vast komen te zitten in het water. De rivier is nu minder groot dan in het voorjaar als de sneeuw gaat smelten. De camping heeft verschillende beschutte plekken om te staan. Er is geen elektriciteit, wel warme douches gelukkig. We kijken onze ogen uit naar alle bizar grote voertuigen die je hier ziet staan. Ons busje is, na de Lada, de kleinste die hier staat. Het zonnetje schijnt en we zijn blij dat we naar het zuiden gereden zijn. We doen een korte wandeling van 1,5 uur door een kloof. Morgen staat een pittige wandeling op het programma tussen de twee gletsjers, richting Skogar.


's Avonds wordt het drukker. Omdat de meeste IJslanders afgelegen en ver uit elkaar wonen, komen ze in de weekenden op campings bij elkaar. Ze barbecuen en eten samen en de kinderen kunnen samen spelen. Hier wordt nog veel buiten gespeeld, de kinderen stoken een vuurtje aan de rand van de rivier.




Zaterdag 10 augustus

Vanmorgen om 09.00 uur vertrokken voor de wandeling richting Skogar. Het hele pad is 25 km en loopt tussen twee gletsjers door. Dat is voor ons natuurlijk te lang, want we moeten ook weer terug naar de camping. Daarnaast zijn er steile klimmetjes en dus ook steile afdalingen. En op afdalingen met kleine steentjes heb ik het niet zo. Ik heb het al eens in een ander blog uitgelegd. Kort gezegd doet mijn lichaam dan niet meer wat ik wil. Alsof ik iedere controle over mijn benen verlies en ze een eigen wil hebben. Zodra ik een steile afdaling zie met losse steentjes, beginnen mijn benen letterlijk te bibberen en kan ik niet meer normaal lopen. Het is zwaar irritant, want de klimmetjes gaan alsof het niets is. Ik heb dit overgehouden na een afdaling in Frankrijk waarbij ik de diepte in was gesukkeld als Bart mij niet opgevangen had. Ik heb al van alles geprobeerd, ga de afdalingen ook niet uit de weg, maar niets helpt tot nu toe. De wandeling is echter prachtig! We moeten ook over de 'kam des doods' ( zo heet het echt!). Het is een smal pad met aan weerszijden de afgrond. Geen losse steentjes, dus dit lukt me wel. De lucht is blauw, er staat nauwelijks wind en het zonnetje schijnt! Uiteindelijk zijn we zes uur onderweg geweest met een korte pauze om iets te eten.





Zondag 10 augustus

Het heeft gevroren vannacht. De plantjes zijn wit van de rijp. Ik sta deze morgen wat onrustig op. We moeten terug naar de ringweg en dat betekent dus ook weer het trotseren van de verschillende rivier oversteken. We vertrekken vroeg, omdat dan de rivieren normaal gesproken minder diep zijn door de koude nacht. Als we bij de eerste oversteek stil staan, lijkt hij toch niet minder diep. Bart loopt verschillende keren op en neer door het ijskoude gletsjer water,zijn benen vuurrood en pijnlijk door de kou, maar het is nodig. Wat is de beste route?

We overleggen samen en uiteindelijk wagen we de sprong en rijden het water in. Onze bus rijdt netjes naar de overkant. Als we uiteindelijk de laatste rivier gehad hebben, zeggen we tegen elkaar dat dit wel genoeg is. Geen rivier oversteken meer!

Omdat we op de ringweg zitten is het ook weer drukker. We doen de toeristische bezienswaardigheden vandaag. De Seljalandsfoss waterval is prachtig, maar de vele toeristen verdringen zich om een mooie foto of selfie te kunnen maken. (ik moet natuurlijk ook even op de foto). We zijn er al snel weer vandoor.


De Skogarfoss waterval zien we enkel vanuit de verte, omdat ook hier de bussen met toeristen rijden. Het is zo druk ineens!

We rijden door en Bart neemt plots een afslag naar links die we uitrijden. Het is een voltreffer. We parkeren onze auto en lopen via een gemakkelijk, niet te lang wandelpad, tot aan de immense gletsjertong Solheimajökull! Het is hier gelukkig niet zo druk als bij de watervallen. Grote brokken ijs drijven in een meertje en de gletsjer ziet zwart van het lavazand. Erg indrukwekkend om hier zo dicht bij te staan.




We zien vandaag nog de papegaaiduikers bij Vik en de machtige basaltzuilen die zijn ontstaan door stolling van lava. Het lukt ons niet een mooie foto van de papegaaiduiker te maken. Aan zee zitten we ook nog even achter een grote steen uit de wind in het zonnetje. Het strand is zwart en bezaaid met kleine zwarte steentjes. Het is er druk. Iedereen geniet van het uitzonderlijk mooie weer. De zee is rustig. Als we teruglopen naar onze auto, zien we een waarschuwingsbord met daarop de tekst 'danger, sneaker waves'. Er staat uitgelegd dat er ineens een grote sterke hoge golf kan ontstaan, die je zo de zee in sleurt als je niet oplet, ook al is de zee rustig en kalm! Geadviseerd wordt om niet met je rug naar zee te staan vlakbij de branding. Niet zo lang geleden zijn nog een man en vrouw omgekomen, die verrast werden door zo'n sneaker golf, op een zonnige kalme dag. Als we terug in de auto zitten geeft de thermometer 15 graden aan. Maar uit de wind in de zon was het heerlijk! We staan nu op een drukke camping in het dorpje Vik. Nog maar drie dagen in dit prachtige land!



Maandag 12 augustus

Vandaag zijn we nog eens op zoek gegaan naar de papegaaiduikers, ook wel Puffins genoemd. Ze zien eruit als een mix van een pinguïn en een papegaai, met grote oranje snavel, witte borst en zwarte rug en vleugels. Ze fladderen heel snel met hun vleugels als ze vliegen, tot wel 400 keer per minuut en halen snelheden tot bijna 90 km/uur! Ze leven voornamelijk op zee, maar in het broedseizoen gebruiken ze de holtes in rotsen met uitzicht op de open zee. Ze kunnen tot wel 60 meter diep duiken! Het zou heel fijn zijn deze vogels van dichtbij te kunnen zien en fotograferen. We rijden tot aan de klif aan de rand van Vik en wandelen het steile pad omhoog. Na een uurtje wandelen komen we bovenaan en zien een aantal mensen aan de rand staan. We lopen er naar toe en zien de bijzondere vogels af en aan vliegen. Bart kan op een schuin plateau aan de rand van de klif enkele mooie foto's maken.

Na de lunch besluiten we al wat kilometers te rijden richting oosten. We eindigen ten zuiden van de gletsjer Vatnajökull. Morgen willen we de ijsschotsen die tot op het strand komen nog eens bezichtigen.


Groeten uit IJsland,

Bart en Angelique


Voor meer foto's, zie de foto pagina












4 tm 7 Augustus

Zondag 4 augustus

Van het toffe koppel uit Gent hebben we de tip gekregen het schiereiland rechts van Akureyri te gaan ontdekken. Maar eerst boodschappen doen en het stadje Akureyri verkennen. Het stadje is naar onze begrippen een dorp en we hebben het al snel rond gelopen. Na een kop koffie en een lunch, zit ik even gevangen in de armen van een trol en vertrekken we richting zee in het noordoosten van het schiereiland via de F899.




Het is een prachtige 4x4 track door een vallei met 13 rivier oversteken, steile klimmetjes en afdalingen. Over de ongeveer 45 km doen met meer dan twee uur.

We stoppen wel regelmatig om foto's te maken of de diepte van de rivier te peilen.



Als we aan zee aankomen is de lucht grijs. Bart rijdt nog een stukje door en voor we het in de gaten hebben rijden we over het mulle lavazand. We schrikken er allebei van. Bart moet alles uit de kast halen om de bus rijdende te houden, want als we stoppen, zitten we muurvast. Uiteindelijk kan Bart een stukje harder zand vinden en lukt het hem te keren. We laten lucht uit onze banden en rijden vol spanning terug. Als we weer vaste grond onder onze banden voelen zuchten we opgelucht. Dit moeten we geen tweede keer meer doen! Lavazand is niet te vergelijken met het mulle zand bij ons. Het is korrelig en plakt niet aan elkaar. Je zakt er dus een heel eind in. We bekijken het spoor nog eens waar we net doorheen gereden zijn en geloven bijna niet dat we hier uitgekomen zijn!



Aan zee zien we een gezin bessen plukken en vissen. We vragen of het toegestaan is hier wild te kamperen. Ze geven aan dat dit geen probleem is en we installeren ons voor de nacht terwijl het gezin even later weg rijdt. Helemaal alleen dus, twee uur verwijderd van de bewoonde wereld. Niet eens zo heel erg ver natuurlijk, maar toch. Ik merk aan mezelf dat ik een dubbel gevoel heb. Licht gespannen, toch wat bezorgd, terwijl ik het ook super vind om wild te kunnen kamperen. Ik baal van mezelf dat ik niet volledig kan ontspannen. Ik slaap die nacht ook niet goed. Ben onrustig. Als kind moet ik dat toch eens gehad hebben. Dat onbezorgde, met verwonderde, nieuwsgierige, open blik mijn omgeving verkennen. Nu is daar altijd die spanning als het onbekende zich aandient. Als ik wil gaan lopen in het bos. Als ik alleen ergens naar toe moet rijden terwijl ik de weg niet ken, als ik samen met Bart door onbekend terrein rijdt en we ver van de bewoonde wereld zijn. Als ik wild ga kamperen en we staan daar helemaal alleen. Ik weet heel goed dat de kans groter is dat er iets gebeurt als ik met de auto naar mijn werk rijd, dan nu terwijl we hier aan zee overnachten. Toch kan ik niet volledig ontspannen en daar baal ik van. Ik vraag me af of de oermens vroeger ook bang is geweest om alleen te zijn of onbekend terrein te ontdekken. Zou de oermens überhaupt depressief zijn geweest? Of is dit iets van de moderne tijd? Staan wij inmiddels te ver van de natuur af en daarmee ver van wat echt belangrijk is en er toe doet?

Voor Bart is dit het ultieme geluk. Helemaal alleen zijn ( met mij) in de natuur, geen andere prikkels, enkel de geluiden van de zee, wind, de vogels en wat loslopende schapen. Hij heeft heerlijk geslapen.



3639,


Maandag 5 augustus

De volgende ochtend ontbijten we op ons gemak en plukken nog wat zwarte besjes die heerlijk smaken in onze Skyr.

We hebben deze middag afgesproken met het koppel uit Gent. Ze hebben ons uitgenodigd in hun camper om IJslandse kabeljauw te komen eten. Ze staan op een parkeerplaats aan zee, met hun grote camper en aanhanger met daarop hun quad. De vis smaakt zoals vis moet smaken! Boudewijn rijdt na een gezellige middag, de quad van de aanhanger en we rijden samen via de 839 naar de andere kant van het schiereiland. De quad gaat een ietsepietsie sneller en Boudewijn filmt ons met een drone terwijl wij een steil pad afrijden. Het is vreselijk koud als we ons doel bereiken. De wind waait genadeloos en is ijzig. We staan deze avond samen op een rustige camping aan zee en bespreken de route voor de volgende dag.




Dinsdag 6 augustus

Vandaag staat de Godafoss waterval en de Aldeyarfoss waterval op het programma.



Daarna is het plan via een 4x4 track om te rijden naar Myvatn. We lunchen eerst nog met z'n viertjes in onze bus, want het is 9 graden en er waait een koude straffe wind, dus veel te koud om buiten te zitten. Miriam en Boudewijn kruipen in hun quad, flink ingepakt tegen kou en stof in hun dikke rode lifeguard overall uit Noorwegen. Wij zitten lekker warm in ons busje. De route die we rijden na het bezoek aan de watervallen, heeft niet eens een naam of een nummer. Boudewijn weet niet of onze bus het traject aan kan, maar we kunnen altijd terug keren. We rijden onder het Svartárvatn meer door via een zanderig, stoffig pad. De sporen worden steeds dieper en daardoor het middenpad hoger. Onze bus is verhoogd, maar Bart kan de sporen niet blijven volgen omdat we dan met de onderkant over de middenberm schuren. Hij rijdt daarom balancerend over de zijkanten van het hobbelige pad. Soms rijden we over lava, dan weer over zand en stenen. Terwijl de quad als een hazewindhond over de stenen en het zand rijdt, kruipen wij vooruit. De laatste kilometers gaan gelukkig beter. We hebben twee en een half uur gereden over 36 km. Ons busje is flink op de proef gesteld, maar is samen met de bestuurder geslaagd voor de proef!



We staan nu op een camping bij Myvatn en het is berekoud, zo rond het vriespunt! We slapen onder twee donsdekens met onze potsen op onze kop.

Woensdag 7 augustus


Als we 's morgens bibberend ons bed uit kruipen en de verwarming op willen zetten, blijkt deze niet te werken. Bart kijkt de zekeringen na, maar daar ligt het niet aan. Als we de auto starten blaast de ventilator heel even en houdt er dan nukkig weer mee op. Wat is dat toch met onze bus. Iedere keer gaat er iets kapot. Ik heb er inmiddels een haat-liefde verhouding mee.

We vertrekken toch maar naar de Hverfjall krater, waar we boven op de kraterrand bijna van de berg geblazen worden door de felle snijdende wind. Bart heeft nogal wat bekijks want hij draagt nog steeds een korte broek. Hij weigert een lange broek te dragen, ondanks de kou. Het is immers zomer in IJsland. We bezichtigen nog een grot met warm water, een meertje met ijsblauw warm water bij een geothermische centrale, waar met een flinke stoom ontwikkeling, water van 100 graden het meertje instroomt. Als laatste bezoeken we leirhnjúkur een kleurrijke berg, met een mooi solfatarenveld, dat scherp afsteekt tegen de verse, zwarte lava van zeer recente uitbarstingen. De laatste was in 1984. Op verschillende plekken ontsnapt er nog stoom en het is heel apart om over de soms dunne korsten en grillig gevormde lava te wandelen.

Omdat de ventilator nog steeds niet werkt, zoeken we een garage en Bart kijkt eerst zelf de pollenfilter na. Dit is niet de oorzaak. Uiteindelijk hebben we afgesproken morgenochtend om 08.00 uur terug te komen. Dan heeft de monteur tijd om ernaar te kijken. We willen de ventilator nu laten maken, omdat het hier nogal eens regent en de voorruit aandampt.

Vanaf morgen voorspellen ze een aantal dagen regen en koud weer. Het is zomer in IJsland!


meer foto's te zien op de foto-pagina!

groeten uit IJsland!

30 juli tm 3 Augustus

Dinsdag 30 juli

Als we opstaan schijnt een voorzichtig zonnetje wat steeds beter zijn best doet, tot zelfs even 20 graden! We rijden vandaag zuidelijk, over de F35 het binnenland in naar Hvarvellir, wat betekent 'veld van hete bronnen' (niet nonnen, maar bronnen). Het is een beschermd natuurgebied en een brede vlakte tussen de gletsjers Höfsjökull en Langjökull. De weg er naar toe, vinden we vooral in het begin wat saai. De eindeloze vlakte en een snoeiharde wind maken het ook niet aantrekkelijk om even uit te stappen. Als we bij een uitzichtpunt staan, wiebelt onze wagen op en neer door de harde wind. Naast ons staan twee fietsers te bibberen in de kou. Hun fietsen zijn flink bepakt. Als ze aan willen rijden worden ze letterlijk van hun fiets geblazen. Ze kunnen hun fiets zelfs niet rechtop houden. We krijgen medelijden met ze en begrijpen niet waarom ze deze weg nemen. Fietsen is nu echt niet te doen. Even verderop zien we een camping, dus waarschijnlijk is dat hun bestemming.

Na ongeveer 110 km komen we eindelijk aan bij camping Hvarvellir. Deze is mooi gelegen aan een lavaveld en naast de camping stomen de hete bronnen en solfataren. Aan de hut bij de camping is een warm waterbron waar we badderen tot we rimpelig zijn. Ineens zie ik dat mijn zilveren ring bruin kleurt. Bart zegt dat dit door de zwavel komt. Snel doe ik mijn ringen af. Ik baal, want de nu bruine ring met het veertje heb ik zelf gemaakt, ter nagedachtenis aan Moni. Als we uit het water stappen wordt Bart plots misselijk. Waarschijnlijk door de combinatie van de zwavelgeur en het hete water. Even met het hoofd tussen de knieën helpt en algauw is hij weer de oude.



De nacht verloopt heftig. Niet door wat jullie nu misschien denken, maar door de harde wind. Ik zit rechtop in mijn bed, met mijn handen het tentdoek terug duwend, terwijl Bart met zijn voeten tegen het tentdoek drukt. We zijn bang dat het doek scheurt door de beukende wind. We zien kampeerders hun daktent inklappen en in de auto zitten. Ook een vouwwagen wordt ingeklapt. Als we 's morgens brak door het slaapgebrek naar buiten gaan, is het stralend weer!


Het toiletrolhouder akkefietje heeft overigens een vervolg gekregen. Deze keer hangt er zo'n houder in het toilet met een klein gaatje, waar een toefje toiletpapier uitsteekt. Ken je ze? Iedere keer als ik een papiertje uit dat onmogelijk kleine gaatje wil trekken, scheurt het af vlak achter het gaatje. Dus geen toefje papier meer om aan te trekken. Daar zit ik dan weer op het toilet zonder papier. Maar mij hebben ze niet meer! Ik neem voortaan een eigen rol mee voor de zekerheid. Net als vroeger. Toen moest ook iedereen met de rol in de hand over de camping. Veel handiger!


Woensdag 31 juli

We rijden vandaag 40 km zuidelijker naar Kerlingarfjöll, een zeer kleurrijk gebergte met veel ryoliet. De weg ernaar toe is een ramp door de vele corrugations (Wasbord). We kunnen vaak niet harder dan 25 km per uur rijden. Onze bus en de inhoud worden constant door elkaar gerammeld. Het is om zot van te worden. Maar de beloning is groot! Het zicht vanaf de berg op de camping in het dal is prachtig. De camping ligt aan een rivier en er staan verschillende rode houten hutten, kleurrijke tentjes en natuurlijk stoere en minder stoere campers.




We rijden echter eerst een paar kilometer verder naar het hoger gelegen Hveradalur. Wat we daar zien beneemt ons de adem. Ook nu zeggen we weer tegen elkaar dat we nog nooit zoiets moois gezien hebben. Een Ranger spreekt ons aan en geeft ons advies over een mooie wandeling.

De gekleurde bergen, de hete stoom die uit de grond komt, de sneeuw op de toppen, het is niet uit te leggen hoe apart het aanvoelt om hier te wandelen.



We mogen niet van de smalle paadjes af om de natuur te sparen. We wandelen uiteindelijk zo'n drie uur omhoog, en via de klif weer terug naar beneden. De zon schijnt ( al twee dagen geen regen gehad), er is nauwelijks wind, de lucht is blauw. Vandaag geen baal moment, maar vele geluksmomenten!

Voor meer foto's kijk eens op de foto pagina van dit blog.



Namiddags zitten we op de camping in de zon, wanneer er een kleine Suzuki Jimny naast ons komt staan met een daktent. De wereld is klein! Het blijken Miriam en Boudewijn te zijn, het leuke koppel dat we eerder in het zuiden hebben ontmoet! Hun camper staat nog in het zuiden en ze zijn al een paar dagen rond aan het trekken in hun Jimny. Met een wijntje kletsen we bij en als het koud wordt, nodigen we ze uit om bij ons in de camper te komen zitten. Het is krap, ik zit op een vouwstoeltje in de ingang, maar heel gezellig!

De volgende ochtend is het nog steeds prachtig weer. De thermometer geeft 13 graden aan in de schaduw, maar het is zeker 17 graden in de zon. Boudewijn vertelt dat ze al bijna twintig jaar naar ijsland gaan, maar dat ze nog nooit op deze hoogte in de highlands in T-shirt hebben kunnen ontbijten. Vandaag dus wel! Is het mogelijk dat wij als 'de regenmakers' dan eindelijk ons lot hebben kunnen keren en nu voor warmte zorgen op plaatsen waar dit normaal gesproken niet gebeurt? Of zou het de klimaat verandering zijn?




Donderdag 1 augustus

Mijn door de zwavel bruin geworden zilveren ring is inmiddels weer gewoon zilver. Gelukkig!

We zien op tegen de vreselijke weg terug over het wasbord. Maar ook nu is het lot ons goed gezind! Gisteren heeft een tractor met 'schuiver', de weg gladder geschraapt! Het valt goed mee en we rijden terug naar Hvarvellir waar we aan een Ranger vragen of route 734 te doen is met onze bus. Dit blijkt niet het geval te zijn. Door de smeltende gletsjers, zijn enkele gletsjer rivieren flink groter geworden en niet zonder verhoogde super jeep over te steken. We krijgen een alternatieve route waar we dankbaar gebruik van maken. De thermometer geeft 20 graden aan. De schapen die in IJsland overal rondlopen ( zelfs op de geasfalteerde ringweg steken ze met gevaar voor eigen leven over), kunnen duidelijk niet tegen deze 'hitte'. Ze schuilen onder overhangende graszoden. Door water en wind is er een holte onder het grasland ontstaan, waardoor de schapen heerlijk in de schaduw kunnen liggen.

Tijdens de lunch staan we aan een helder riviertje en Bart drinkt voor het eerst water uit de rivier. Hopelijk wordt hij er niet ziek van! Ik durf het niet aan. Als ik uit de rivier zou drinken, zou ik waarschijnlijk net een slok water met rottende vis naar binnen slurpen, of een slok water met daarin de drol van een schaap! Ik heb vaak van die rare dingen voor, dus speel ik nu maar op safe en hou het bij het getapte water uit de kraan.

Vroeg in de middag komen we aan op camping Bakkaflöt en zetten onze bus bij een rustig kabbelend riviertje. We doen deze middag niets. Tenminste...ik doe de handwas, luier wat in de zon, schrijf dit blog. Bart luiert ook wat, maakt foto's en kookt het avondeten.

Morgenochtend nog eens boodschappen doen en tanken, want we gaan het binnenland weer in voor een paar dagen.




Vrijdag 2 augustus

Het boodschappen doen valt tegen, want er is maar één kleine mini supermarkt bij een tankstation. Het brood is uitverkocht. We nemen dus maar een doos crackers mee en vertrekken voor een rit van 95 km over de F752 naar Laugafell. Het eerste deel van deze route is mooi, maar algauw wordt de weg smal en hobbelig en rijden we over eindeloze lava velden. De weg is met stenen bezaaid en we kunnen dus niet goed door rijden. Er is verder niet veel meer te zien dan lava en stenen en stof, véél stof.




Als we bij de vierde rivier oversteek aankomen, twijfelen we. Dit is wel een grote! Het is een gletsjer rivier want het water is melkachtig. We hebben zo'n 85 km gereden. Terug rijden over dezelfde weg zien we helemaal niet zitten. Bart loopt met een stok de rivier op en neer. En nog een keer... En nog een keer. Er liggen grote keien in de rivier. Zou onze bus hier over kunnen? Wat als we vast komen te zitten? Ik heb hier geen bereik met mijn gsm. De rivier is niet heel diep, maar wel dieper dan we tot nu gehad hebben en breder. We kunnen ook wachten tot er een andere auto komt, zegt Bart. Dat geeft al aan dat hij twijfelt. De mogelijkheid bestaat dat we dan uren moeten wachten, zeg ik. Vreemd. Normaal gesproken zou ik kiezen voor de veilige weg: terug gaan dus. Ik zie dat echter totaal niet zitten. Nog eens terug over deze vervelende weg. Ik merk bij mezelf dat ik dus neig naar kiezen voor het onbekende. Een risico misschien, maar ik heb goed gekeken hoe Bart meermaals lopend de rivier overstak en volgens mij moet het gaan met onze bus. Omdat Bart rijdt, wil ik niet degene zijn die de beslissing forceert. We kijken elkaar aan en het is duidelijk: we wagen het erop. De sper wordt opgezet (evenveel tractie op linker- en rechter achterwiel) en rustig rijdt ons busje het koude water in. We hobbelen over de keien, maar Bart voelt al snel dat het goed gaat. Het is geen probleem zegt hij lachend en opgelucht!



We nemen net voor de camping nog een kleine rivier oversteek. De camping ligt midden in de lavavlakte. Eigenlijk in het niets dus. Er staan drie hutjes, waarvan een met toiletten. Douches zijn hier niet. Wel is er een warm waterbron, waar we 's middags ons bad genomen hebben. Op de

toiletten krijgen we een warme kont. Het spoelwater is namelijk warm en geeft een heerlijke warmte af als je op de wc zit. Ideetje voor thuis?

Als we 's avonds buiten aan het eten zijn, komen er twee joekels van wagens aangereden. De banden zijn bijna even groot als ik. De wagen rijdt tot vlak naast ons busje. 'Zullen we ruilen', vraag ik de chauffeur als hij uitstapt. Hij moet lachen en zegt dat hij het goed vindt, want zijn auto had stukken. De stuur inrichting was gebroken en hij heeft deze onderweg moeten maken. Gelet op de belettering op de wagen denken we dat deze gebruikt wordt door de reddingsdienst van deze streek. Uit de andere wagen stappen een stuk of vijf jonge mannen met dezelfde blauwe vestjes aan en zwarte, strakke leggings. Wat leuk, de chippendaels treden hier vanavond op zegt Bart.





Zaterdag 3 augustus

Vanmorgen rond 0900 uur vertrokken voor een rit van zo'n 80 km, ware het niet dat de eigenaresse van de camping ons een mooi ommetje adviseerde van een extra 60 km via de F752, F26 en de 881. De eerste vele kilometers wederom lava en stenen, maar dit keer ook rivieren waar langs de randen weer de typische felgroene en gele mossen groeien. Uren aan een stuk dit zelfde landschap van lava en stenen, waar nauwelijks iets groeit. Het schijnt 100 jaar te duren voordat er ook maar iets groeit op een vers lava veld!

Een Zwitsers koppel dat we in het warm waterbad hebben ontmoet, rijdt in een Defender voor ons. Als we bij een rivier oversteek staan, blijkt het koppel de oversteek te filmen met een drone. Ze willen onze duik in het water ook filmen. Aan de overkant blijkt de man echter niet op de record knop gedrukt te hebben. Dus beide auto's weer terug het water in om nu wel gefilmd te worden. Ze beloven ons het filmpje te mailen. De Zwitser vertelt nog dat zijn drone objecten herkent. Onze bus werd echter als 'boot' geïdentificeerd


Als we de 821 nemen richting Akureyri wordt het ineens zo'n 60 km van deze stad vandaan, prachtig mooi. Het landschap verandert en we rijden een smalle, groene vallei in. De wanden van de bergen bedekt met gras en mos. Een blauw, helder riviertje loopt met ons mee naar beneden, langs het zanderige, stenige pad vol met kuilen. Ook nu kunnen we niet harder rijden dan 15 tot 20 km per uur, maar het landschap maakt alles goed! Als er tegenliggers naderen moet een van ons op een of andere manier aan de kant, omdat het pad te smal is. Het is een echte 4x4 track. De meesten rijden deze route van noord naar zuid vanwege de steile klimmetjes. Op deze manier heb je echter een minder mooi zicht. Wij rijden van zuid naar noord en van hoog naar laag. De zon staat achter ons en we hebben daarom een prachtig zicht op de diepte en het betoverende landschap. Ik voel me nietig als we hier rijden. Mensen, wij stellen niets voor in vergelijking met de kracht van deze overweldigende natuur!


Onze auto is bijna niet meer te herkennen, zo vies en stoffig is hij. Net voor we de vallei uit rijden, wassen we onze auto midden op het pad waar het water overheen stroomt.



Nu staan we iets ten zuiden van Akureyri op een drukke camping. Heel wat anders dan de afgelopen dagen!













Maandag 29 juli

Vanochtend heerlijk uitgeslapen tot 08.00 uur. Het valt op. Zowel Bart als ik slapen beter hier. De nachten zijn doodstil, geen enkel geluid te horen. De mensen op de campings respecteren de tijd en de andere gasten. Er wordt geen herrie gemaakt. We hebben geen last van het feit dat het hier niet donker wordt. De lucht is zuiver en fris. Geen grote industrie op dit eiland. Je kunt het water van de rivieren drinken ( al hebben we dat nog niet geprobeerd). Het melkachtige water van de gletsjer-rivieren daarentegen is niet te drinken. De natuur is ruw, uitdagend, soms spannend en dan weer zacht, relaxed en sprookjesachtig. 


Er is wel een klein frustratietje. Wellicht herken je het. De toiletten op de campings hebben vaak van die grote toiletrol houders. Mijn steeds terugkerende frustratie is het niet kunnen vinden van het begin van het toiletpapier. Met mijn hand in de houder, de toiletrol eindeloos draaiend om dat verrekte begin van het papier te vinden. En als ik dan eindelijk beet heb, scheurt het flinterdunne papier direct af, waardoor het hele proces van voren af aan begint. 

Ik moet eerlijk toegeven dat ik mezelf héél soms afvraag waarom ik dit nu eigenlijk leuk vind, dat kamperen. Toiletten en douches die door anderen niet altijd even proper achter gelaten worden. 's Nachts mijn plas ophouden tot ik écht bijna ontplof, omdat ik geen zin heb in de kou mijn bed uit te kruipen. Zo weinig mogelijk gebruik willen maken van ons chemisch toiletje, omdat dat ding ook weer leeg- en schoongemaakt moet worden ( al doet Bart dat altijd). En zoek maar eens een plaats waar het toiletje geleegd kan worden hier in IJsland, geen sinecure! En dan door regen en wind naar de toiletgebouwen lopen! De kleren en handdoeken die na het wassen niet drogen en een vreemd verstikt geurtje produceren. Gekke mensen die kampeerders! 

Ja, soms heb ik een baal moment. Waarbij ik me tegelijkertijd schuldig voel, want ik mag niet zeuren. Veel mensen kunnen nooit datgene doen, wat wij doen, terwijl ze dolgraag zouden willen. En zeuren of balen tijdens je vakantie hoort niet. Tenminste zo lijkt het soms. De meeste mensen maken de mooiste foto's en vertellen over de prachtige momenten van hun vakantie. Ook wij doen dat. Maar het is écht niet alleen maar rozengeur en zonneschijn. Als ik moe ben en koud, en mijn hoofd al voor de zoveelste keer in de bus gestoten heb. Als mijn lijf zegt 'even niets doen Angelique', maar mijn hoofd wil nog van alles.  Als de dag gewoon verkeerd begint, zomaar, zonder reden. Ja, dan kan ik echt een baal moment hebben. Ook al ben ik met vakantie. Dan helpt een positieveling ( raar woord) naast me die me aan het lachen maakt, of me gewoon even vast houdt. Dan kijk ik eens goed om me heen, neem ik mijn baal moment voor lief en verdampt deze even later in het niets. Want we kunnen het tóch niet laten. Rondtrekken met ons busje. Het gevoel van vrijheid, het zoeken van kleine paadjes en weggetjes naar mooie plekjes, steeds weer denken dat de natuur niet mooier kan zijn en dan toch weer ontroerd en verrast zijn door de pracht ervan. Het samen met Bart zijn en niets moet. Het zien van ons geluk!


Vandaag zijn we het schiereiland Vatnsnes rondgereden. Na eerst wat boodschappen gedaan te hebben, toeren we naar het noorden. Daar zouden ook zeehonden aan de kust liggen. Als we aankomen zien we ze echter van ver, lui op de rotsen in zee liggen. Gisteren was een betere dag voor het spotten van zeehonden. We rijden daarom op ons gemak verder het schiereiland af en via de veel mooiere route 717 nemen we een zijpaadje naar het meer Vesturhópsvatn. Ook nu helpt de app Maps.me om te kunnen zien hoe we moeten rijden. We kunnen onze bus tot aan het water zetten. Links van ons staat een klein vakantiehuisje en we vragen de bewoners of we hier even mogen picknicken. Het mag. Onder een waterig zonnetje eten we onze boterham. Na de lunch rijden we verder naar onze camping, maar deze blijkt niet meer te bestaan. Via een omweg teruggereden en nu staan we in het dorpje Blönduós op de camping vlak aan zee. Ik heb zojuist eindelijk onze kleren in een wasmachine kunnen wassen. Terwijl Bart gitaar speelt, schrijf ik ons blog. Morgen gaan we het binnenland weer in, richting Hveravellir reserve. Dit gebied ligt tussen twee gletsjers in de bergen en er zouden veel heet waterbronnen liggen. Hopelijk werkt het weer mee en zitten we niet de hele dag in de regen of wolken. Wordt vervolgd!


Groeten uit IJsland! 


25 tot en met 28 juli


Donderdagavond 25 juli

's Avonds worden we aangesproken door een man, ook een Belg. Achter zijn vrij grote camper hangt een aanhangwagen met daarop een stoere tweepersoons off Road buggy. Hij en zijn vrouw gaan ieder jaar twee maanden naar IJsland en trekken hier rond. Ze nodigen ons uit voor een drankje die avond. Het wordt onverwacht een heel gezellige avond. Er is praat genoeg en Miriam en Boudewijn zijn een tof koppel. Boudewijn is psycholoog en Miriam coach en ze hebben een eigen bedrijf als People management consultants. Ze geven trainingen aan teams en teamleiders middels action learning, leren door actief te zijn. Onder het genot van een wijntje krijgen we verschillende tips over plaatsen in IJsland waar we echt naar toe moeten en het wordt later en later. Uiteindelijk liggen we om half 1 in ons bed en moeten we er om half zes weer uit om naar de garage in Reykjavik te gaan.


Vrijdag 26 juli

Om half 8 staan we voor de deur van de garage in Reykjavik. De hulpvaardige manager legt uit dat hij vele malen contact heeft opgenomen met TNT om de schokdempers op de juiste en snelste manier door de douane te krijgen. Hij geeft ons de sleutels van een VW polo die we vandaag mogen gebruiken en ook nog wat tips over wat te bezichtigen in Reykjavik. Beide schokdempers vooraan moeten vervangen worden. Niet omdat ze allebei kapot zijn, maar als je er één vervangt, is het beter ook de ander direct te vervangen. Wat een tegenvaller! De reparatie gaat ongeveer zes uur duren.

We rijden naar Reykjavik, de zon breekt door en we slenteren door de straatjes, waar om de zoveel meter een koffietentje te vinden is. IJslanders zijn enorme fan van koffie. Het stadje wordt langzaam wakker en drukker, maar gezellig druk. Er hangt een relaxte sfeer. Mensen liggen op het gras in het park, zitten in de zon op een terrasje aan de haven en drinken hun koffie. Na onze lunch zoeken ook wij een plekje in het gras en bekijken hoe we verder gaan rijden.


Als we onze auto weer ophalen krijgen we frustrerend nieuws. De firma die onze speciale schokdempers geplaatst heeft, blijkt een montage fout gemaakt te hebben. Een bepaalde ring is ondersteboven gemonteerd! Hierdoor is er iets uitgeleuterd (ik ken de specifieke termen niet) waardoor toch de schokdempers vervangen moesten worden. Ze zagen er verder nog uit als nieuw zei de monteur.

Met het stoom zowat uit onze oren, horen we dit verhaal aan. Deze firma heeft namelijk voorheen nog meer fouten gemaakt, die ons heel veel tijd en geld gekost hebben. We maken foto's van de oude schokdempers en de manager stelt een mail op met een verklaring van de foute montage. Als we terug zijn van ons verlof kijken we wel wat we hiermee kunnen doen.


We zijn een dertig kilometer verderop naar een camping gereden, waar we nu ( in de regen) in onze bus een broodje hamburger met salade eten. We duiken vroeg ons bed in. Morgen een nieuwe dag!


Zaterdag 27 juli

We balen allebei een beetje, want door het oponthoud en de rit naar Reykjavik, kunnen we Porsmork niet doen. Dit gebied hebben we vooraf uitgebreid bekeken en schijnt geweldig mooi te zijn. We twijfelen even om toch terug te rijden en een flinke omweg te maken, maar zien er toch maar vanaf. We rijden op ons gemak richting Pingvellir, waarna we noordwaarts route 550 nemen. Een bergrit die normaal gesproken prachtige zichten geeft op de gletsjer langjökull. De wolken hangen echter ook nu zwaar en laag en benemen ons het zicht op de bergtoppen. Toch is het een mooie rit. We rijden door lavavelden, zwarte en rode bergen, waarbij soms aan onze rechterkant de zon schijnt, terwijl aan onze linkerkant een donkere, grijze wolk hangt die geen goeds voorspelt. Even later begint het dan ook weer te regenen.



Als we het weggetje naar de gletsjer inrijden zien we een grote regenboog boven het lavaveld hangen. We rijden tot aan de rand van de gletsjer, maar kunnen enkel het onderste laagje zien. De rest hangt in de wolken en mist. We rijden naar het oosten via de 523 richting Borgarnes om vervolgens weer een zijsprong te maken door een off Road pad (539) te nemen naar het meertje Hitarvatn. Ik moet enkele keren uitstappen om een hek open te doen wat bedoeld is om de schapen en koeien binnen te houden. De vele kleuren van het landschap verbazen me steeds opnieuw! Dit zijsprongetje is zeer de moeite waard.




Onderweg terug richting camping, komen we nog een heetwaterbron tegen. Bart wil er perse in, ook al is het erg fris door de koude, harde wind. Zwembroek aan, handdoek mee en Bart loopt vol goesting naar het water. Het bronnetje zit echter tegen het kookpunt aan. De tenen van Bart hebben in ieder geval héél even in het hete water gezeten.

We overnachten op camping Tradir aan zee. Er is maar 1 douche voor alle campinggasten. Ik wil toch graag mijn haren wassen, want ik heb een vet hoofd en lijk wel een....tja...waar lijk ik op...? Het warme water van de douche werkt met muntjes en Bart springt er als eerste onder terwijl ik in de doucheruimte wacht op mijn beurt. Voor de tijd van Bart om is, kan ik nog onder de douche en genietend was ik mijn haren. Bart telt de seconden af en gooit er nog wat muntjes bij. En dan....ijskoud water. 400 kronen door het gleufje voor niets, koud water en ik sta daar met een hoofd vol shampoo. Mopperend spoel ik mijn haren uit met ijskoud water en kippenvel op mijn lijf. Moet wel toegeven dat mijn lichaam gloeide, toen ik terug liep naar onze bus. Morgen gaan we zeehonden spotten!


Zondag 28 juli


Vier kilometer van de camping aan Ytri Tunga lopen we samen met een bus toeristen, over de grote zwarte stenen naar de zee. De zeehonden zien we van ver liggen, maar het is niet gemakkelijk om bij ze te komen. De vele stenen zijn bedekt met slijmerig, glad, soms rottend zeewier en we moeten uitkijken om niet op ons gat te vallen. Bart heeft echter al snel in de gaten dat we de toeristen niet moeten volgen en loopt iets verder door. Ik volg hem langzaam balancerend over de stenen. De moeite wordt beloond. Op zijn hurken schuifelt Bart tot op ongeveer 20 meter van twee luie zeehonden die op de stenen aan het soezen zijn. Hij kan enkele prachtige foto's maken! Helaas heeft de bus toeristen al snel door dat het plekje van Bart een goed plekje is en komen ze in grote getalen onze kant op. We gaan daarom snel weer verder.




We rijden tot bijna het westelijke punt van Snaesfellsnes schiereiland, maar slaan net voor de gletsjer Snaesfellsjökull rechts, route 570 in, naar het noorden. Wederom een hele mooie route, enkel voor 4x4 wagens, met steile klimmetjes waarbij enkele auto's rechtsomkeer maken omdat ze het niet aandurven. Wij rijden verder want onze bus neemt de steile hobbelige paadjes met gemak. Ook vandaag ligt de gletsjer in de wolken. Toch is het genieten! De noordkant van dit schiereiland is werkelijk prachtig!



We maken veel kilometers vandaag. Uiteindelijk nog een laatste off Road pad naar het vikinghuisje Eriksstadir op route 586, waarna we doorrijden omdat de vrouw van de ticketverkoop vertelt dat de weg open is en goed te berijden met een 4x4 als je rustig rijdt. We moeten wel weer enkele rivieren oversteken, maar ook dat zou geen probleem zijn. Een hobbelige, modderige maar mooie route, waarbij we gemiddeld 25 km per uur rijden. Bovenaan de top zitten we weer in de wolken ( we zitten tegenwoordig vaak met ons hoofd in de wolken) en de river crossings zorgen voor een beetje spanning, maar zijn goed te doen.


Uiteindelijk komen we aan op camping Hvammstangi waar wel een wc, maar geen douche aanwezig blijkt te zijn. De wegwerp-washandjes die ik heb meegenomen komen nu goed van pas.


groeten uit IJsland!




vertrek naar Denemarken en IJsland

Het is 20 juli als ik begin te schrijven. Ik heb de afgelopen dagen geen zin of puf gehad om ook maar te denken aan schrijven voor ons blog. De weken voor ons vertrek zijn druk geweest. Niet alleen op ons werk en de voorbereidingen voor het vertrek naar IJsland, maar ook de drukte en spanning rond het publiceren van mijn autobiografie 'Onzichtbaar'. Ik vond het zo enorm spannend, dat het zowat al mijn energie weg nam. De vele hartverwarmende reacties hebben me echter goed gedaan! Mijn hoofd is inmiddels wat rustiger en we worden nu opgeslokt door de indrukwekkende natuur van het prachtige IJsland.

Vrijdag 12 juli zijn we vertrokken met onze aangepaste VW bus, richting Hirtshals, helemaal in het noorden van Denemarken. Bodembeschermplaten onder onze bus en een extra sleepoog gemonteerd, de verluchting hoger laten plaatsen en we zijn klaar om over hobbelige wegen met kuilen en stenen te rijden en rivieren over te steken. Dat laatste zie ik echter nog niet echt zitten. Ik 'betrapte' Bart terwijl hij enkele filmpjes aan het bekijken was van mannen met iets te grote ego's in 4x4 wagens, die uiteindelijk de overkant van de rivier niet haalden. Sommigen wagens kantelden zelfs en dreven met de stroom mee of bleven hardnekkig vastzitten in de kolkende rivier. Maar goed, een rustig, ondiep riviertje durf ik best aan. Dus die verhoogde verluchting kan toch nog van pas komen. Flink opgehouden door files in Nederland, Duitsland en Denemarken komen we maandag 15 juli in Hirtshals aan. Bart heeft zijn hart nog op kunnen halen met rijden over het strand in Skagen. 

Als we dinsdagochtend in de rij staan voor de ferry, begint het te kriebelen. We hebben namelijk iets teveel eten meegenomen. Pas veel te laat kwamen we tot de ontdekking dat we maar 3 kg eten per persoon IJsland in mogen voeren. Bij de Sligro in Nederland hebben we van alles ingeslagen, omdat het eten in IJsland duur is en niet overal een supermarkt te vinden is. Thuis ben ik met deze voorraad op de weegschaal gaan staan, waarna bleek dat we totaal 50 kg eten hadden! Dilemma dus. Eten thuis laten of toch maar meenemen. Uiteindelijk een selectie gemaakt en toch nog zo'n 25 kg de bus ingeladen!

Nu maar hopen dat ze ons niet uit de rij pikken en de inhoud van onze bus inspecteren! Er wordt ons echter niets gevraagd door de juffrouw die onze tickets controleert. Doorrijden dus tot aan de enorme Smyrline boot. Ik moet de wagen uit, want alleen de chauffeur mag met de auto de boot op. Met een bus word ik samen met andere passagiers naar de check-in van de boot gebracht. Als ik uiteindelijk de boot op mag, kan ik onze hut nog niet in want alle hutten worden op dat moment schoongemaakt. Het zonnetje breekt door en ik besluit met mijn bagage naar het buitendeck te gaan en installeer me op een stoel met zicht op de kade. Daar wacht ik op Bart en op het sein dat ik de hut in kan. Bart is nog nergens te zien en ik doe mijn ogen even dicht. Het is heerlijk zitten zo in de zon. 

Meer dan een uur later wordt er omgeroepen dat alle hutten gereed zijn. Van Bart nog steeds geen spoor! Ik mopper wat in mezelf, want als mijn man nu gewoon een gsm had gehad, hadden we even kunnen bellen en afspreken waar we elkaar zien. Als ik uiteindelijk onze hut binnen ga, zie ik de bagage van Bart al staan. Mijn man is echter nergens te bespeuren. Nog steeds wat mopperend besluit ik een briefje te schrijven om elkaar te ontmoeten in het restaurant. De deur gaat open en Bart komt wat geagiteerd binnen. 'Waar was je nou', vraagt hij. 'Ik ben je al een uur aan het zoeken!' Ben je ook op het buiten deck geweest, vraag ik hem. Nee dat niet, antwoordt Bart, jou kennende dacht ik dat je niet ontspannen in de zon zou gaan zitten, maar zenuwachtig in de hut zou wachten...Best leuk dat ik mijn man na 17 jaar nog kan verrassen met mijn gedrag   

Maar Bart is nog niet klaar! Ik was echt ongerust zegt hij. Ik ben twee keer bij de receptie gaan vragen of ik gebruik mocht maken van hun telefoon omdat ik je niet kon vinden. Ze antwoordden echter doodleuk dat je écht wel ergens rond zou lopen. Ik was bang dat je met de bagage gestruikeld was en dacht dat ze je vast ergens aan het verzorgen waren. Toen ik een groepje bier drinkende mannen bij de hutten rond zag hangen, die al flink aan hun limiet leken, dacht ik even: ze zal toch niet de kamer van die mannen in gesleurd zijn! Ik kijk Bart verbaasd aan en we schieten allebei in de lach. Ik schaam me dood, zegt Bart nog. Durf echt niet meer langs de receptie te lopen. Ze zullen wel denken 'wat een vreemde vogel is dat'! 

En het is echt waar: de eerste paar keer dat we langs de receptie moeten, word ik vooruit geduwd om als eerste langs de vriendelijke dame en heer te wandelen, waarna Bart mij op een afstandje volgt. We moeten er allebei om lachen. We brengen de middag door op het buitendek. 


wij waren de enige zonnebaders :-)

Het lachen vergaat mij echter snel want de volgende dag wordt ik zeeziek. Vreemd, want destijds op de boot naar Noorwegen had ik nergens last van. De boot waar we nu op varen is wel een stuk kleiner en wiebelt ook meer op en neer. Dat zal dus waarschijnlijk de oorzaak zijn. We moeten dus toch weer naar de receptie om pilletjes te vragen tegen zeeziekte. De man aan de receptie vertrekt echter geen spier als hij Bart ziet en verkoopt ons de pillen. Na het innemen van een pil duik ik mijn bed in, want recht staan lukt niet meer. 

Als we donderdagochtend het fjord binnen varen en aanmeren bij Seydisfjördur, voel ik me ietsje beter. Het regent en de mist hangt zwaar tot op de weg. Welkom in IJsland! 

Inmiddels hebben we ongeveer 700 km gereden (in drie dagen). De ringweg die helemaal rond IJsland loopt is ongeveer 1500 km. We zijn nog erger dan een bus met Chinezen zeiden we vandaag nog tegen elkaar. We hebben vier weken hier op dit eiland, dus iets rustiger aan kan best.? Toch hebben we niet overhaast. We zijn regelmatig de ringweg afgereden om te genieten van de overweldigende natuur en hebben ook al enkele wandelingen gedaan. Hoogtepunt was toch wel de wandeling naar de gletsjer Fláajökull en de bergrit naar de gletsjer Jöklasel. De enorme ijsmassa van zo dichtbij te zien is adembenemend mooi!  Bij het gletsjermeer Fjallsárlón met enorme ijsschotsen in het water, wanen we ons in een sprookjesachtig wereld. Zoiets hebben we nog niet eerder gezien. 


Onderweg komen we de vreemdste, maar ook mooiste off Road campers tegen! Aangepaste Jeeps met bizar grote banden. Een stoere Iveco Daily met zebrastrepen doet ons dromen van alles verkopen en een wereldreis maken. Maar algauw is de Zebra-camper vergeten. Bart zegt dat hij altijd gedroomd heeft van een eigen 4x4 bus waarmee hij rond kon trekken en waarbij IJsland op zijn droomlijst stond.'En nu rijden we hier', zegt hij. We zijn onze dromen op dit moment al waar aan het maken! We kijken elkaar aan en zijn allebei wat geëmotioneerd als we beseffen wat een gelukzakken we zijn!

Zondag 21 juli

Het weer is hier grillig en onvoorspelbaar. Het schommelt tussen de 5 graden en 13 á 15 graden.  Het regent tot nu toe iedere dag wel even. De lucht is vaak grijs. Maar net zo plots als het kan regenen, stopt het ook weer en soms is zelfs een zonnetje te zien. Gisteren reden we laat op de ochtend in de regen naar de Fjadrárgljúfur canyon. (Probeer het maar eens uit te spreken, mij lukt het niet). De donkere lucht lijkt ons te volgen. Bij de canyon regent het nog steeds, waardoor we besluiten eerst wat te eten. Warm ingepakt en met regenjas aan beginnen we de wandeling. Ineens trekt de lucht open en schijnt de zon! Jas uit, trui uit en het is zowaar 17 graden! Later op de middag heeft het zonnetje er weer genoeg van en regent het wederom als we van de indrukwekkende waterval Ofaerufoss terug naar onze bus wandelen. 


Gisterenmiddag zijn we net voor het dorp Vik het binnenland ingereden over de F208 naar camping Holaskjol. De camping is rustig en ligt aan een klein riviertje. We twijfelen. We zijn iets te impulsief het binnenland ingereden. Het volgende deel van de F208 is volgens de boekjes ruiger en heeft enkele moeilijke river-crossings. Je mag hier alleen met een 4x4 rijden. Het pad loopt tot vlakbij Landmannalaugar waar de volgende camping ligt. Er is hier geen tankstation of winkel in de buurt. Onze tank zit vol, eten hebben we in principe ook genoeg, behalve voldoende brood. We hebben nog 1 brood en sojamelk met muesli. We besluiten de gok te wagen en rijden zondagochtend om 09.00 uur verder. Tot aan de volgende camping zou het 39 km zijn waarover we iets minder dan 2,5 uur zouden rijden volgens de gps. Dat belooft! Het blijkt een onvoorstelbaar prachtige route te zijn! We moeten verschillende riviertjes over, waarbij Bart eerst de diepte peilt door er lopend doorheen te waden. Het gaat goed. Bij enkele crossings staat een bord met het getal 5. We denken dat dit de moeilijkheidsgraad aangeeft, want het zijn wat grotere oversteken. Ook deze kan onze bus gemakkelijk aan. Onderweg stoppen we regelmatig voor het nemen van foto's. De zwarte bergen, onderaan bedekt met felgroene mossen, de lava stenen, het water van de rivieren, de kleine paarse bloemetjes, het is bijna alsof het landschap niet echt is. We dachten al veel gezien te hebben, maar dit deel van IJsland is onwerkelijk mooi! 


Vlak voor de camping besluiten we iets verder door te rijden over de F208 naar de canyon Sigöldugljúfur. Het blijkt een makkelijke weg te zijn, maar vol met corrugations (alsof je over een wasbord rijdt) wat zeer irritant rijden is. Het is even zoeken voor we het juiste pad naar de canyon vinden, maar uiteindelijk worden we beloond en wandelen we boven een prachtige diepe kloof waar watervallen naar beneden storten en de groene mossen glinsteren van de waterdruppels. 

We moeten via het wasbord weer terug en komen aan het eind van de middag op de camping in Landmannalaugar aan. Net voor de camping moeten we nog een rivier over. Er staan mensen te kijken hoe de wagens de rivier over steken. Als wij tot aan het water rijden is het moeilijk inschatten hoe diep het is. Aan de overkant staat een wagen stil waarvan de chauffeur wenkt dat wij eerst mogen. We hebben vooraf samen afgesproken dat we geen risico's nemen en onze ego's thuis laten. Bart stapt dus uit en loopt de rivier in. Het is wat dieper, maar het moet lukken. Gerust rijden we, nagekeken door wandelaars, de rivier over.  

Vlakbij de camping is een warm waterbron en 's avonds na het eten ontspannen we voor het eerst in het warme water van een IJslandse bron. Het is heerlijk! Op sommige plaatsen is het water zo heet dat je daar niet kunt zitten. We horen dat sommige bronnen tot 100 graden Celsius heet kunnen zijn! Al keuvelend en kletsend zitten we met een aantal andere campinggasten in het warme water. We kijken uit op de gekleurde bergen die zo kenmerkend zijn voor deze streek. Het regent zachtjes, maar dat deert ons niet. Met een lijf helemaal rood door het warme water, lopen we terug naar onze bus. Het wordt hier 's nachts niet echt donker, dus we moeten de tijd in de gaten houden zodat we niet te laat naar bed gaan. We hebben weer een prachtige dag achter ons.

Maandag 22 juli

Deze ochtend staan we vroeg op. De camping ligt erg afgelegen, maar wordt toch druk bezocht. Er staan overal gekleurde tentjes en er rijden speciale bussen met wandelaars naar deze plek. Landmannalaugar is een grotendeels met lava bedekt dal, omgeven door geel, bruin, rood, groen en grijsblauw gekleurde ryolietbergen. Het is hier dan ook prachtig wandelen. We wandelen naar de top van de Bláhnúkur. Het pad is vrij steil en ik ben blij dat ik mijn stokken bij me heb. Het is echter geen moeilijke wandeling. Mensen met hoogtevrees wordt echter afgeraden deze berg te doen omdat de paden smal zijn en je soms aan twee kanten de afgrond in kijkt. 


Het is nog erg rustig op de berg. We ontmoeten twee jonge Aziaten die zich afvragen waar ze zijn. Onze gps en mijn app Maps.me brengen uitkomst. Ik blijf het zeggen: deze app is geweldig! De uitzichten op de gekleurde bergen vanop de top zijn weer prachtig en we wandelen langzaam naar beneden, waar we een klein stuk bijna op ons achterwerk naar beneden moeten omdat het steil en glibberig is. Daar zien we nog een aantal fumarolen (hete gasbronnen) en solfataren ( hete gasbronnen die zwavel bevatten). 

Na het middageten rijden we verder via de F225 naar Gjáin, een kleine groene vallei in een kloof met watervallen en heldere poelen. De weg is slecht en weer vol corrugations. Opeens horen we een vreemd geluid aan de rechterkant bij het wiel. Bart draait alle doppen van de wielen nog eens aan, kruipt onder de auto om de beschermplaat te controleren, maar kan niets vinden. We denken dat het de schokdemper is die waarschijnlijk het loodje heeft gelegd. We balen flink. Het plan was om nog enkele dagen in het binnenland te blijven en naar Pórsmork te rijden. Nu moeten we een autogarage zoeken. De dichtstbijzijnde blijkt in Sellfoss te zijn, meer naar het westen. We besluiten daar morgen toch maar naar toe te rijden. 

Dinsdag 23 juli

In Sellfoss aangekomen hebben we vier autogarages bezocht. De ene denkt dat de schokdempers nog goed zijn, maar heeft geen tijd om verder te kijken. De ander denkt dat er iets met het stuur aan de hand is en is daar niet in gespecialiseerd. De ander denkt weer de schokdempers, maar heeft geen juiste in voorraad. Uiteindelijk rijden we naar Reykjavik waar we twee garages bezoeken. Ook hier is de eerste al voor vijf weken volgeboekt ( het is hoogseizoen). In de andere garage willen ze ons verder helpen. Ook daar wordt gezegd dat het hoogstwaarschijnlijk de schokdemper is, maar dat ook zij niet de juiste op voorraad hebben. We hebben namelijk verhoogde, speciale off road schokdempers onder onze auto laten zetten. We bellen met Seikel in Duitsland, de leverancier van deze dingen en daar wordt gezegd dat ze de schokdempers binnen drie a vier dagen naar IJsland kunnen sturen met het vliegtuig. Om een lang verhaal kort te maken: we zijn de hele dag in Reykjavik bezig geweest met mailen, bellen en regelen, terwijl de zon volop scheen ( het voor het eerst warm werd) en wij dus binnen zaten. We moeten wachten op de offerte van Seikel en rijden voorzichtig over de asfaltweg naar een camping zo'n 100 km het binnenland in. Er is ons geadviseerd geen off  Road wegen te nemen en heel langzaam over drempels te rijden. Daar rijden we dan als een ouwe opa met onze volledig aangepaste 4x4 camper, héél voorzichtig over een bult of drempel. We balen flink, want we hadden heel graag in het binnenland Porsmork willen doen, wat ook moeilijker bereikbaar en berijdbaar is. Nu moeten we wachten op de schokdempers en de vraag is of de garage tijd heeft om het te maken. Maar hierover al pratende, zeggen we tegen elkaar dat we ook hier het beste van gaan maken. Dit gaat niet onze vakantie bederven nemen we ons voor. 


Woensdag 24 juli

Deze morgen hebben we de offerte ontvangen, het geld overgemaakt, met een betaalbewijs geholpen door Rita, de hulpvaardige medewerkster van onze bank in Lommel. Seikel weer gemaild, en contact met de garage opgenomen. Nu weer wachten tot de schokdempers in Reykjavik aankomen met TNT. Na op de kaart gekeken te hebben, welke asfaltwegen we kunnen nemen, rijden we voorzichtig naar het beginpunt van de wandeling naar de Bruarfoss waterval. Het is een van de hidden gems, (verborgen natuurschoon) die nog niet druk bezocht worden. Het is droog en er zijn zelfs licht blauwe plekken in de lucht te zien. Na een uurtje wandelen langs de slingerende rivier over een smal pad, zien we de indrukwekkende waterval. Bart vermaakt zich met het maken van lange sluitertijd foto's en ik wandel genietend wat rond. Na de terug wandeling rijden we naar de Gullfoss waterval. Deze ligt in de gletsjerrivier de Hvitá. Het neerstortende water zorgt voor een grote hoeveelheid stuifwater, die als de zon erop schijnt, prachtige regenbogen veroorzaken. Geen regenboog te zien vandaag, wel veel toeristen en geen hidden gem dus.Toch is het bezoek de moeite waard! De waterval is enorm en we worden nat van het opspattende water. We rijden 35 km verder door naar Fludir waar een secret lagoon zou zijn met warm bronwater. Ook dit blijkt helaas een tourist-trap en de inkom is €21,- per persoon. De warmwaterbron waar wij eerder in hebben gezeten was 10 keer mooier, gratis en natuurlijker. Geen secret lagoon voor ons dus. We rijden daarom terug richting camping, waar we vlakbij stoppen bij Geysir. Een gebied met verschillende hete bronnen en geisers die om de paar minuten hun stoom en heet water, de lucht inspuiten. Als afsluiting van de dag een heerlijke zelfgemaakte vissoep gegeten. Morgen terug richting Reykjavik.

Donderdag 25 juli

Vandaag een rustige dag gehad. We zijn op ons gemak naar de westkust gereden zo'n 50 km van Reykjavik en aangezien het ongezien mooi weer is vandaag ( even is het 18 graden geweest), lunchen we in een lavaveld aan zee. Bart speelt nog even op zijn gitaar, enkel aangehoord door mijzelf, vogeltjes en insecten. Misschien ook door de geest van een overleden visser, die daar rond schijnt te dwalen. Via mail vernemen We dat de schokdempers deze middag al bij de garage zijn geleverd! Straf! Gisteren in Duitsland verzonden en vandaag in Reykjavik aangekomen! Morgenochtend om 08.00 uur moeten we bij de garage zijn. Opgelucht rijden we naar een camping waar we eindelijk ons chemisch toilet kunnen legen ( er zijn niet veel plaatsen waar dat kan) en doen het rustig aan.